Het dagelijks werk

De kern van het dagelijkse werk van de leraar lichamelijke opvoeding bestaat uit het voorbereiden, uitvoeren, evalueren en bijstellen van onderwijsactiviteiten. Dit betekent het inschatten van de beginsituatie en het mede op basis daarvan formuleren van leerdoelen. Op basis hiervan bepaalt hij de leerinhouden, didactische werkvormen, leeractiviteiten, groeperingsvormen, organisatievormen en evaluatieactiviteiten. Hiermee creëert hij een passende leeromgeving. Hij begeleidt de leerlingen in hun leerproces, rekening houdend met hun diversiteit. Hij evalueert regelmatig het proces en de resultaten van het leren.

Hij koppelt de (tussen)resultaten van het leren met gerichte feedback en advies terug naar de leerling. Hij let hierbij ook op individuele ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling op het gebied van bewegen en sport. De leraar lichamelijke opvoeding gebruikt de evaluatiegegevens tegelijkertijd om zijn onderwijs indien noodzakelijk bij te stellen. Hierbij kijkt hij ook regelmatig terug op zijn eigen professioneel handelen.

Bij de dagelijkse werkzaamheden zoekt de leraar lichamelijke opvoeding afstemming met zijn directe vakcollega’s en andere betrokkenen. De afstemming met collega’s kan de vorm aannemen van overleg, collegiale consultatie en intervisie.